De ‘nieuwe professional’ is bescheiden. Daar zou hij/zij best wat trotser op mogen zijn!

Er zijn van die professionals die, als ze over hun werk en werkwijze praten, opvallend vaak het woord ‘gewoon’ gebruiken. Ook hebben deze professionals de mond vol van wat ze allemaal niet doen: ze vullen niet in voor de cliënt, ze schieten niet in de oplossingenmodus en ze reageren op heel veel gedragingen niet. Dan halen ze –voor het complete plaatje- al vertellend opvallend vaak hun schouders op en lijken ze zich bijna te verontschuldigen voor het feit dat ze met dat ‘eigenlijk niks bijzonders’ ook nog salaris krijgen.

Vreemd genoeg lijken deze professionals hardnekkig standvastig in hun werkwijze en lijkt de verontschuldigende toon bij nadere inspectie eigenlijk meer een ontmoedigde toon; ergens lijken ze te hopen op erkenning voor hun werkwijze.

Wat heeft nou gemaakt dat de werkwijze die deze professionals hanteren blijkbaar niet iets is om vol trots over te vertellen?

Enkele mogelijke oorzaken:

Deze professionals weten niet dat hun werkwijze wel degelijk sterk methodisch is te onderbouwen. Ze hebben deze werkwijze niet op school geleerd, maar zelf in de praktijk ‘ontwikkeld’ waardoor ze zelf zijn gaan denken dat ze a) in de minderheid zijn, en b) minder methodisch werken dan collega’s.

We komen van een tijd waar ‘evidence based’ erg in trek was. Los van wat je hiervan uit het oogpunt van een beleidsmaker kunt vinden, werken de meeste professionals op hun werk én thuis toch gewoon ‘practice based’. Als je met mensen werkt, of dat nou in de rol van professional of van ouder of van partner is, dan laat je je inspireren door het contact in het hier en nu en daarin neem je wie je zelf bent mee. Voor lange-termijn studies over de effecten van ‘gewoon luisteren’ is echter geen geld en geen interesse omdat dat geen quick-wins geeft. Dan blijft in het gunstigste geval over dat de werkwijze van ‘onze professionals’ gewoon even een tijdje niet hip, niet cool en niet bling-bling was?

Een andere verklaring kan gelegen zijn in het feit dat zowel professionals als cliënten een tijd lang overtuigd waren van ‘de maakbare mens’. (Nu, met de tikkende tijdbom AWBZ op de achtergrond, kunnen we die gedachte waarschijnlijk tot ‘geweest’ bombarderen.) Bij deze gedachte hoorde het beeld van een pro-actieve professional die een specialistisch aanbod op de specifieke klacht van de cliënt losliet. Gedreven door de gedachte ‘no cure-no pay’ of gedreven door de passie om beter te maken wat stuk is….of gedreven door de cliënt die waar voor z’n geld wil en anders naar de concurrent gaat…? Wie in het verhaal van de maakbare mens nou de kip of het ei was, de professional of de cliënt, zullen we nooit meer kunnen achterhalen. Wel hebben ze elkaar verder dan ooit afgebracht van die methode waarin het woord ‘gewoon’ en de interventie ‘niet(s) doen’ hoofdrollen spelen.

Een andere mogelijke oorzaak, eigenlijk parallel aan bovengenoemde punten, is de vlucht die veranderingsmodellen hebben genomen (of gekregen). Hoe ingewikkelder hoe beter, hoe buitenlandser hoe beter… en last but not least….hoe duurder hoe beter. Organisaties en instellingen voor zorg en welzijn hebben hun toevlucht gezocht in veranderingsmodellen en –strategieën om hun professionals naar grotere hoogten te brengen. Consequent werd er kennis van buiten naar binnen gebracht en daarmee was (en is) congruent de boodschap aan álle professionals: we zoeken naar iets wat we nog niet in huis hebben. Dus ook voor onze professional: “jouw werkwijze is niet wat we zoeken”.

Mijn boodschap aan al die professionals die ‘gewoon’ en ‘niet(s) doen’ met volle overtuiging en zeer methodisch inzetten: ga er vol trots over praten! Hou je schouders recht, en daag je gesprekspartner uit om te vertellen hoeveel keuzes hij of zij per minuut maakt. Ik denk namelijk dat een hersenscan van een professional die in vaak uiterst complexe situaties het gewone blijft zoeken en meer niet doet dan wel, aanzienlijk meer hersenactiviteit vertoont dan de hersenscan van een manager die aan het werk is…..

En misschien helpt het om te weten dat jouw manier van werken juist nu ‘in’ is! Door de invoering van de Wmo is er behoefte aan mensen die werken zoals jij, en het leuke is dat de kenmerken van jouw werkwijze nu heel duidelijk omschreven zijn:

– faciliterend

– dienstverlenend

– gericht op eigen kracht en zelfregie van mensen

Mijn belangrijkste advies: wacht niet op erkenning van een ander maar ga in jezelf geloven. Weet nu dat de vaardigheid om als professional bescheiden te kunnen zijn richting je cliënt, iets is om wel degelijk trots op te mogen zijn! En laat je niet afschrikken als jouw werkwijze ineens ‘de nieuwe professional’ wordt genoemd….jij weet dat er niks nieuws onder de zon is!

P.S. aan managers: de Wmo vraagt om nieuwe professionals die een frappante gelijkenis vertonen met die professionals bij u in de organisaties die opvallend vaak het woord ‘gewoon’ zeggen en de mond vol hebben van al die dingen die zij nou juist niet doen. Verder herkent u deze nieuwe professional aan het regelmatig ophalen van de schouders en de –voor de oplettende kijker- ietwat ontmoedigde blik. Overigens kan het ook zijn dat ze onlangs een opmerkelijke metamorfose hebben ondergaan: dat hun bescheidenheid plaats heeft gemaakt voor trots.

Een tip: poets dit goud op, het loopt gewoon los in uw organisatie! Laat deze professionals hun collega’s inspireren en boor zo kwaliteiten van binnen uw organisatie aan.

Comments

  1. Mooie Column. Stof tot nadenken.

Speak Your Mind

*

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.